Deze ochtend ontving ik de link naar het artikel van Peter Brems omtrent meditatie in mijn mailbox, genaamd ‘De schaduwkant van meditatie waar niemand over spreekt’. Mijn vermoeden dat het ging over het feit dat meditatie vaak alles behalve gemakkelijk is en zelfs enorm confronterend kan zijn, werd bij het lezen bevestigd. Er schuilt dan ook veel waarheid in het artikel.
Toch kon ik me, als ervaringsdeskundige, niet ontdoen van het idee dat meditatie hier onterecht wordt gezien als een ‘middel’ dat gevaarlijk kan zijn. Een ‘middel’ in de zin van een extern antwoord of formule, net zoals een medicijn. Deze denkwijze, die trouwens typerend is voor onze cultuur en tijdsgeest, impliceert dat de antwoorden om onszelf te helpen buiten onszelf te vinden zijn. Dat meditatie een techniek is die we kunnen uitproberen om te kijken of het ons ligt. Komen er onaangename gewaarwordingen tot stand, dan wordt de techniek afgedaan als ‘niet geschikt wegens bijwerkingen’. De oorzaak van de problematiek die tot uiting komt dankzij meditatie, wordt gezocht in het zogenaamde middel, terwijl meditatie in feite niets anders is (of kan zijn) dan een uitvergroting van wat er reeds speelt bij de persoon die mediteert.
De drempel die veel mensen voelen als het gaat over meditatie, wordt met de publicatie van schrijfsels van deze aard, alles behalve verlaagd. Het is echter wel waar dat veel mensen een onrealistisch beeld hebben van meditatie. Zoals het artikel beschrijft, worden de moeilijke gewaarwordingen dat meditatie kan ontbloten veelal niet voldoende belicht. De vanzelfsprekende connotatie met een lachende Boeddha op zijn kussen zit dan ook goed ingeprent.
Meditatie hoort niet positief of negatief te zijn. Het zou zelfs goed zijn om helemaal niets te verwachten van meditatie. Om gewoon stil te zijn en te luisteren naar wat er intern speelt. Zonder oordeel of weerstand. Want dat is wat meditatie eigenlijk is: luisteren naar jezelf. Bewust voelen wat er zich onder de ruis van je dagelijkse leven roert. Je ogen dichtdoen en je op je ademhaling richten kan daarbij helpen. Het artikel van Brems is vooral gericht op wat er al dan niet uit meditatie te halen valt en waar de valkuilen liggen. Maar aan de eigenlijke definitie van meditatie wordt weinig aandacht besteed.
Men vergelijkt meditatie met psychotherapie, want ook deze op zelfontwikkeling gerichte techniek zou niet voor iedereen werken. “Geen enkele therapeutische interventie heeft altijd een positief effect.” Aldus Professor Filip Raes van de KU Leuven. De vraag is echter: wat versta je onder een positief effect? Is de bewustwording van negatieve of moeilijke gewaarwordingen door psychotherapie of meditatie niet juist iets positief? Of gaan we ervan uit dat deze technieken enkel ‘werken’ indien we er vrolijk en rustig van worden?
Op lange termijn kan frequente meditatie effectief bijdragen aan een constructieve gemoedstoestand of interne rust. Ik voel zelf hoe het integreren van een dagelijks meditatieritueel mij mentaal heeft veranderd. Net als zoveel mensen, ben ik ooit beginnen mediteren om er ‘beter’ van te worden. Om mezelf te verlossen van de innerlijke spanning die een eindeloze (en vaak onbewuste) gedachtestroom met zich meebrengt. En ook ik ervoer veel weerstand in het begin. Het was zeker niet plezierig te noemen, eerder confronterend. Mijn innerlijke commentator leek geen moment te kunnen zwijgen en het was dan ook verleidelijk om mezelf daarvoor te veroordelen. Soms doken er uit het niets onaangename gevoelens op die ik, uit gewoonte, zo snel mogelijk de kop wou indrukken. Het was gemakkelijk om te stellen dat ik mijn tijd aan het verspillen was door al dat stilzitten en dat het toch niet werkte. Gelukkig bleef ik volharden, want ik wist dankzij opzoekingswerk dat het normaal was om zulke dingen te ervaren.
Zoals het artikel aanhaalt in de besluitende tips, is meditatie een manier om de geest of denkwereld te trainen. En net zoals bij het trainen van je spieren kun je dus beter niet teveel ineens willen bereiken en het proces geleidelijk aan opbouwen. Het is normaal om weerstand en tegenzin te voelen wanneer je voor het eerst begint te trainen. Het is moeilijk, maar weet dat de moeilijkste dingen dankzij geduld en doorzettingsvermogen vaak de mooiste vruchten opleveren. Het is de moeite waard om jezelf van tijd tot tijd even onder druk te zetten.
De vraag of we allemaal moeten gaan mediteren, wordt in het artikel resoluut met een neen beantwoord. Het is inderdaad waar dat niets moet, dat de keuze om te mediteren volledig vanuit eigenliefde en nieuwsgierigheid dient te ontstaan en niet vanuit een gevoel van verplichting omdat we anders denken dat we ‘niet goed bezig’ zijn. Bewust dingen doen die moeilijk zijn, maar waarbij je wel het vermoeden hebt dat het je kan doen groeien, is absoluut een teken van eigenliefde. Het probleem is echter dat velen onder ons het moeilijke of negatieve liever uit de weg gaan. We gaan er quasi vanzelfsprekend van uit dat het niet hoort om moeilijke emoties te voelen. Dat er iets mis is met lijden. En dat we best voorzichtig omspringen met technieken zoals meditatie die de kans op lijden (lees confrontatie met jezelf) vergroten. Dat is ook de ondertoon die voelbaar is in het artikel van Brems.
Het is een misvatting dat er iets verkeerd is aan het voelen van mentale pijn, spanning of andere negatieve gewaarwordingen. Reeds als kind krijgen we aangeleerd dat we beter streven naar geluk en blijheid en dat het uiten van de zogenaamde duisternis van ons bewustzijn niet geapprecieerd wordt.
De mensen die meditatie afzweren omdat ze zodanig geschrokken waren van de negatieve gevoelens die naar boven kwamen, laten in mijn ogen een mooie kans voorbij gaan. Want ze schrikken in feite enkel van zichzelf, van wat er al die tijd reeds onder het oppervlak van hun bewustzijn lag te sudderen. Het ervaren van zulke overweldigende confrontatie is eigenlijk een mooi cadeau, want het kan klaarheid scheppen in bepaalde werkpunten die misschien al jaren genegeerd worden. En de heftigheid van de ervaring is geen indicatie voor de hardnekkigheid van een werkpunt, maar eerder een teken van klaarheid. Het is ook zo dat de ideeën die we op onze gewaarwordingen projecteren vaak angstaanjagender zijn dan de ervaringen op zichzelf.
In onze cultuur zijn we meester in het negeren van onbewuste destructieve processen. De ervaring van iets ongewenst wordt meestal op iets of iemand anders afgeschoven. Weinig mensen achten zich verantwoordelijk voor hun lijden. Verantwoordelijk opnemen voor je lijden is trouwens niet hetzelfde als gebukt gaan onder schuldgevoelens. Het gaat eerder over jezelf weer in je kracht plaatsen, wetende dat je geen speelbal bent van externe factoren.
Stil worden, bewust naar je innerlijke stem luisteren of mediteren is absoluut een aanrader in contrast met de haastigheid van onze tijdsgeest. Als we niet ergens naartoe aan het hollen zijn, dan zitten we veelal voor een scherm. Televisie kijken of scrollen op de smartphone wordt verkeerdelijk beschouwd als tot rust komen, maar wanneer maken we eens tijd voor simpelweg ‘niets’? Voor gewoon stilzitten, al dan niet met de ogen dicht? Als we consequent fysiek en mentaal in beweging blijven, dan krijgen we geen duidelijk beeld over wat er in ons onderbewustzijn aan het groeien is. Enkel focus en stilte kan daarin meer klaarheid scheppen. Zoals met alles is doseren hier een sleutelwoord. Maar ook zelfvertrouwen. Want als je weet dat elke gewaarwording een product van eigen makelij is, dan ligt de sleutel tot verlossing steeds in eigen handen.
Link naar het artikel van Peter Brems: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/06/07/wat-als-mediteren-fout-loopt/